woensdag 26 juni 2013

levensbericht 23 juni


Veel Amsterdammers en toeristen lopen door de Sarphatistraat of wandelen door het park met dezelfde naam zonder zich weten wie Sarphatie eigenlijk was en welke enorme betekenis hij voor Amstgerdam heeft gehad. Mede om meer bekendheid te geven aan deze man, wijd ik mijn levensbericht aan deze beroemde Amsterdammer.


De ouders van Samuel Sarphati wrd op 31 januari 1813 in Amsterdam geboren; zijn ouders behoorden tot de Portugees-Joodse gemeenschap en waren zoals de meeste joodse inwoners arm. Het gezin woonde toendertijd op de hoek van de Nieuwe Keizersgracht en de Weesperstraat, het hart van de Joodse buurt. 
Ondanks zijn eenvoudige komaf gaat Samuel toch naar de Latijnse school en om verbeteringen aan te kunnen brengen in de schrikbarend slechte hygiënische toestanden in de stad gaat hij medicijnen studeren in Leiden. 
Al snel bleek dat Samuel een briljant man was, die vol met ideeën zat, maar tegelijk de problemen die hij op zijn levenspad vond ook aanpakte. Het woord "onmogelijkheid" hoorde niet tot zijn vocabulair.
In 1839 legde hij met goed gevolg zijn artsenexamen in Leiden af en vestigde zich als huisarts in Amsterdam. Hij zag met lede ogen de zeer slechte levensomstandigheden van de bevolking aan, dat hoofdzakelijk in vochtige kelders leefde zonder enige vorm van hygiëne; kinderen gingen nauwelijks naar een school en als dat wel het geval was, bezochten zij de Armenschool. In de stad heerste de stank van zwavel, mest en vuilnis; geen wonder dat de kindersterfte er hoog was.

Om daar verbeteringen in aan te brengen ging hij voortvarend aan de slag; zo ontwierp hij een uitbreidingsplan voor Amsterdam en omdat te verwezenlijken richtte hij o.a. de Nederlandse maatschappij der Pharmacie op in 1842, een broodfabriek aan de Vijzelgracht, die 9000 goedkope broden bakte per week. Om beginnende fabriekjes mogelijk te maken stichtte hij de bank Crediet Mobilier op en een particuliere Handelsacademie op. Uit al deze activiteiten bleek zijn geweldig organisatorisch talent.


Na lang onderhandelen om het gemeentebestuur van de belangrijkheid te ervan te overtuigen, kreeg hij toestemming om het opgehoopte afval  te verzamelen; daarnaast richtte hij de Vereniging voor Volksvlijt op en in 1855 de Maatschappij voor Meel-en Broodfabrieken. Door al deze zichtbare maatregelen die bovendien grote steun ondervonden, zagen de Amsterdammers  hun levensomstandigheden verbeteren. 


Ook de cultuur hield hem bezig en had hij bv.  grote invloed op de stadsuitbreiding van Amsterdam en de verfraaiing van zijn  stad met talrijke projekten zoals het beroemde Paleis voor Volksvlijt, waarin concerten plaatsvonden en het nog steeds bestaande Amstelhotel. Helaas mocht hij de voltooiing van deze projecten niet meemaken, want hij overleed slechts 53 jaar oud op 23 juni 1866.

Zijn huwelijk met Abigaël Mendes da Costa bleef kinderloos; hij ligt begraven op de Portugees Joodse begraafplaats Beth Haim in Ouderkerk aan de Amstel.

In 1877 begon men met de aanleg van het park dat in 1888 zijn naam kreeg. In het midden daarvan staat zijn monument. In 1908 verhoogde men het park en de eromheen liggende woonwijk De Pijp om verlost te worden van de drassigheid en de daarmee gepaardgaande malaria. Het ontwerp van dit park is gemaakt door Jacobus van Niftrik.

De schrijver Nescio laat zijn boek De Uitvreter beginnen met de volgende zin: Behalve den die de Sarphatistraat de mooiste plek van Europa vond, heb ik nooit een wonderlijker kerel gekend dan den uitvreter. 


Geen opmerkingen: